Net als het Tiny house staat dit recreatiehuis op een lange legakker in de Wilgenplas en gedeeltelijk in het water. Alle materialen zijn per roeiboot naar het eiland gevaren. Alle? Ja álle! Van de stalen fundering tot de dakbedekking, van de keukenkastjes tot de openslaande deuren.
80% van die materialen had al een leven achter de rug. De boeidelen zijn van oude offsetplaten gemaakt. De gevelbekleding bestaat uit hergebruikte vloerdelen van eiken, robinia en jatoba. Dat zorgt voor een fraai driekleurenpatroon.
Om zónder gemeentelijke vergunning te kunnen bouwen mocht de goothoogte maximaal 2.30 meter en de nokhoogte 5.50 meter zijn. Door daar creatief mee om te gaan is dat gelukt. Het huis begint bij 2.30 meter (goothoogte) maar loopt door naar 5 meter (nokhoogte). Door de unieke vorm van het dak waren er geen goten en regenpijpen nodig: het regenwater stroomt op twee punten van het dak direct in het meer.
Het grondoppervlak is 5.50 bij 9.00 meter. Dat was te groot voor één schuin dak, dus heeft dit huis er twéé. Met als prettige bijvangst dat er daardoor twee vides zijn ontstaan: een slaapzolder en een lees/chillplek. Door de grote overstekken blijven de gevels droog.
Een groen dak zou het perfect hebben gemaakt, maar dat zou te zwaar worden voor de gekozen fundering. De opdrachtgevers hielpen mee bij het zoeken naar materialen (veel kozijnen komen van Marktplaats). Dat scheelde een hoop tijd en werk.